Smoor Djawa is voor mij een van die gerechten die meteen een gevoel van thuis oproepen. Het is zo’n klassieker die altijd weer indruk maakt, zelfs als je ‘m al vaak hebt gegeten. Het gerecht stamt uit de Indische keuken en laat perfect zien hoe smaken uit Nederland en Indonesië samensmelten. Het resultaat? Mals draadjesvlees dat langzaam heeft gestoofd in een geurige saus van ketjap, specerijen en een vleugje zuur. Comfortfood op z’n best, en tegelijkertijd een stukje culinaire geschiedenis op je bord.
Tijdens mijn eerste kennismaking met Smoor Djawa viel me vooral op hoe toegankelijk het gerecht is. In tegenstelling tot sommige andere Indische stoofschotels heb je voor dit recept geen eindeloze lijst aan kruiden nodig. Met een paar basis-ingrediënten – denk aan uien, knoflook, gember, ketoembar en djintan – kom je al een heel eind. De magie zit ’m in het geduld: langzaam laten sudderen tot het vlees uit elkaar valt en de saus donker en stroperig wordt. Het huis vult zich dan met een geur die moeilijk te weerstaan is.
Wat dit recept extra bijzonder maakt, is de combinatie met bijgerechten. Smoor Djawa gaat namelijk niet alleen om het vlees, maar om de hele maaltijd. Traditioneel serveer je het met gele rijst en frisse, zoetzure groenten. Ik kies hier voor snijbonen in een zoetzure saus, die perfect contrasteren met de rijke, zoete smaak van het vlees. Het zorgt voor balans: vol en hartig tegenover fris en licht zuur. Samen vormt het een maaltijd waar je tafelgenoten gegarandeerd blij van worden.
Een ander mooi aspect van Smoor Djawa is dat het een ideaal gerecht is om van tevoren te maken. Sterker nog, de smaken worden alleen maar beter als je het een dag laat staan. Dat maakt het perfect voor etentjes: je kunt het rustig een dag eerder bereiden, zodat je op de avond zelf alleen nog hoeft op te warmen en de bijgerechten kunt klaarmaken. Zelf maak ik vaak een dubbele portie, omdat de restjes de volgende dag minstens zo lekker zijn. Serveer ze met brood of zelfs op een tosti voor een verrassende twist.
Voor dit recept gebruik ik runderlappen, maar je kunt ook andere stoofvleesstukken kiezen, zoals riblappen of sukadelappen. Het belangrijkste is dat je vlees hebt dat tegen een lange gaartijd kan. Hoe langer je het laat sudderen, hoe malser het wordt. En wees niet bang om te spelen met de kruiden: houd je van een beetje pit, voeg dan gerust extra chili toe. Wil je het juist mild houden, gebruik dan alleen een klein snufje of laat het helemaal weg.
Of je nu de Indische keuken nog moet ontdekken of juist al helemaal vertrouwd bent met gerechten als rendang of babi ketjap, Smoor Djawa is een gerecht dat je een keer geprobeerd moet hebben. Het is eenvoudig genoeg voor een doordeweekse dag, maar indrukwekkend genoeg om gasten mee te verrassen. Zet het op tafel met wat extra rijst, kroepoek en atjar, en je hebt in een handomdraai een feestelijke Indische maaltijd.
Dus: trek er wat tijd voor uit, zet de pan rustig op het vuur en laat de smaken hun werk doen. Ik beloof je: dit stoofgerecht gaat niet alleen je keuken vullen met een heerlijke geur, maar ook zorgen voor een maaltijd waar je nog lang over napraat.
Heb je het recept gemaakt of wil je het gaan maken? Heb je een vraag erover? Laat het in onderstaande reacties weten! Ik zou het echt leuk vinden als je een foto van het recept deelt op Facebook of Instagram met de hashtag #reneindekeuken of tag @reneindekeuken. Veel plezier met koken!
Ik ben René van der Linden, een gepassioneerde hobbykok en hoop jou te inspireren met mijn recepten, waar je helemaal geen chef voor hoeft te zijn. Met een beetje liefde voor het koken en het gebruik van goede verse producten kan iedereen iets lekkers op tafel toveren.
Laat je inspireren door de veelzijdige recepten op deze website en kijk vooral eens naar de kookvideo’s van René in de Keuken op YouTube.