Bekleed 2 bakplaten met bakpapier.
Was 2 grote aubergines en snijd ze in dikke plakken van ongeveer een halve centimeter. Verdeel de plakken aubergine over de bakplaten en bestrooi ze met zout. Leg keukenpapier op de aubergineplakken en zet de bakplaten op elkaar. Leg een snijplank er bovenop en iets zwaars, zoals een gietijzeren stoofpan. Laat het 1 uur rusten zodat het vocht uit de aubergine kan trekken, het vruchtvlees steviger wordt en het tijdens het bakken minder vet opneemt.
Snipper 1 ui en 2 teentjes knoflook. Verhit een scheutje milde olijfolie in een pan en fruit de ui en de knoflook. Voeg na een paar minuten 2 blikken tomatenblokjes toe en maak ze met een pureestamper wat fijner. Breng aan de kook, zet de hittebron laag en laat de saus 15 minuten pruttelen.
Snij een bosje basilicum in reepjes. Haal de pan van de hittebron, roer de reepjes basilicum erdoor en breng op smaak met zout en peper.
Haal het keukenpapier van de aubergine. Verhit een scheut olijfolie in een grote koekenpan en bak een gedeelte van de aubergineschijfjes aan beide kanten goudbruin. Haal de schijfjes uit de pan en laat ze uitlekken op een stukje keukenpapier. Herhaal dit tot alle schijfjes gebakken zijn.
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Verdeel een laagje van de 2 blikken tomatenblokjes over de bodem van een ovenschaal. Leg een deel van de gebakken aubergineplakken dakpansgewijs op de tomatensaus. Rasp er flink wat 1 stuk grana padano overheen en scheur stukjes van de 250 gram mozzarella en verdeel die eroverheen. Herhaal dit en eindig met geraspte 1 stuk grana padano. Zet de ovenschaal 40 minuten in de voorverwarmde oven.
Snij van 4 oude boterhammen de korstjes af, scheur het brood in stukjes en maal het fijn in de foodprocessor. Doe het broodkruim in een kom en rasp er een stukje grana padano bij. Doe er een scheutje olijfolie bij en meng het door elkaar.