Verwarm de oven voor op 200 graden.
Snij een flespompoen doormidden en snij de schil eraf. Snij vervolgens het vruchtvlees van de pompoen in blokjes van ± 2 cm. Leg de pompoenblokjes op een met bakplaat bekleed met een stuk bakpapier.
Rits de naaldjes van 1 takje rozemarijn en hak 5 blaadjes salie fijn. Strooi over de pompoenblokjes. Besprenkel de blokjes met olijfolie en meng er door. Bestrooi met zout en peper uit de molen.
Zet de bakplaat 20 minuten in de oven op 200 graden. Daarna zet je de oven uit, maar laat de bakplaat in de oven staan om warm te blijven.
Maak 1,5 liter groentebouillon klaar van tabletten.
Snipper 1 ui grof. Verhit een scheutje olijfolie in een stoofpan en fruit de ui een paar minuten hierin. Voeg 300 gram arborio risottorijst toe, meng door de ui en olie en laat 3 mimuten meebakken zodat de rijstkorrels glazig gaan zien. Giet er een scheut droge witte wijn wij om het af te blussen.
Doe een opscheplepel bouillon bij de rijst, roer door en laat de rijst de bouillon opnemen. Blijf roeren en voeg telkens een opscheplepel bouillon toe als je ziet dat het droog begint te koken. Herhaal dit tot alle bouillon op is.
Maak intussen 250 gram (1 bakje) kastanjechampignons schoon met een keukenpapiertje. Niet in water wassen want de champignons nemen water op. Snij de kastanjechampignons in kwarten.
Verhit in een koekenpan een scheutje olijfolie en bak de kastanjechampignons hier in.
Verhit een (liefst) gietijzeren pannetje en rooster hier een paar handjes walnoten in.
Haal de bakplaat met pompoenblokjes na 20 minuten uit de oven en prak de helft van de pompoenblokjes met een vork tot moes. Schep de pompoenmoes bij de risotto en roer erdoor. Zet de bakplaat terug in de oven om de pompoenblokjes warm te houden.
Rasp 100 gram grana padano en roer de kaas door de risotto.
Roer de gebakken champignons erdoor, maar hou wat achter voor garnering.
Roer tot een klontje roomboter door de risotto.