Breng een grote pan met water en een beetje zout aan de kook.
Verhit een koekenpan en bak 300 gram guanciale in blokjes gesneden (varkenswangspek) bruin en krokant.
Kook 400 gram spaghetti al dente in 10 à 11 minuten in het kokende water. Zet de hittebron lager.
Breek 5 eieren in een kom en kluts ze met een garde.
Rasp ± 100 gram 1 stukje Parmezaanse kaas of pecorino met een fijne rasp en bewaar een stukje voor garnering. Roer de geraspte kaas door het geklutste ei. Voeg peper uit de molen toe.
Haal de pan met spekblokjes van de hittebron en laat ze een beetje afkoelen.
Als het een beetje afgekoeld is, giet je het spekvet bij het ei en roer het erdoor met een garde. Wanneer je het gerecht iets magerder wilt hebben gebruik dan niet al het spekvet. Gebruik in ieder geval wel 4 eetlepels want het spekvet zorgt voor de specifieke carbonara smaak.Roer tevens 4 eetlepels van het pastawater door het ei. Door het zetmeel in het water zorgt het voor binding. Verwarm opnieuw de pan met spekblokjes. Pak met een tang de spaghetti uit het water en roer de spaghetti door de uitgebakken spekblokjes. Giet het kaas-ei-spekvet mengsel bij de spaghetti, roer goed door en verwarm nog even mee.Kijk of de saus dik genoeg is en of die aan de spaghetti blijft 'plakken'. Als dat niet het geval is verwarm je het nog wat verder, maar kijk wel ei dat het ei niet gaat stollen. Schep de pasta carbonara op een bord en rasp er extra Parmezaanse kaas of pecorino over. Serveer met een frisse salade en stukjes chiabatta.